Hoe helpt Fluxys bedrijven over te stappen op waterstof?
Heel wat industrieën kijken naar de mogelijkheden van waterstof en CO2-afvang om hun uitstoot te verminderen. Om die ontwikkelingen mogelijk te maken, zijn we bij Fluxys volop bezig om ons netwerk van pijpleidingen future-proof te maken.
Onze ambitie uit zich in drie cijfers: 30x30x30
Tegen 2030 willen we de capaciteit aanbieden om 30 TWh aan waterstof te vervoeren, een hoeveelheid energie die ruim een derde van het totale elektriciteitsverbruik in België vertegenwoordigt.
Tegen 2030 willen we ook de capaciteit aanbieden om jaarlijks 30 miljoen ton CO2 te vervoeren - het equivalent van 13 miljoen wagens van de weg halen, elk jaar opnieuw. Ter vergelijking: in België rijden 5,9 miljoen personenauto’s rond.
Infrastructuur voor energietransport: een heuse ondergrondse beweging
We gaan in dialoog met de industrie om tijdig onze bestaande infrastructuur aan te passen en waar nodig nieuwe leidingen aan te leggen. Om de energietransitie van bedrijven mogelijk te maken en te versnellen, mikken we op de uitbouw van waterstof- en CO2-leidingen voor én tussen de industrie in Vlaanderen en Wallonië.
Vandaag al hebben we een sterk vertakt netwerk aan pijpleidingen voor aardgas. Dat evolueert naar een netwerk dat ook CO₂ en waterstof transporteert. Zo maken we van België een invoer- en doorvoerland in Europa voor moleculen als CO2 en waterstof. Onze bestaande terminal in Zeebrugge en de toekomstige terminals in Gent en Antwerpen spelen een sleutelrol om die ambitie waar te maken, als invoerhub van waterstof of uitvoerpunt van CO2.
Onze buurlanden bouwen eveneens volop aan waterstof-infrastructuur. In die beweging past ons Belgisch netwerk in een grote Europese backbone die nodig is om de energieonafhankelijkheid te vergroten. En vanuit een internationaal perspectief leggen we de basis om onze rol van energiedraaischijf in het centrum van Noordwest-Europa duurzaam te bestendigen en te versterken.
Onze terminals als Europese spelverdelers
Zeebrugge is een van de belangrijkste LNG-havens in Europa. Ook die passen we aan zodat de terminal klaar is om hydrogen en afgeleide vormen zoals ammoniak of methanol te verwerken. In Antwerpen bouwen we mee aan de ontwikkeling van een invoerterminal voor ammoniak. En daar stopt het niet.
In Europa is niet voldoende wind- en zonne-energie aanwezig om de volledige industrie van groene energie te voorzien. Om een betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem te bekomen, voeren we hydrogen in via schepen vanuit landen waar zonne- en windenergie in overvloed aanwezig is. Speciale laadarmen pompen de waterstof aan land, waarna het wordt opgeslagen of via pijpleidingen tot bij de industrie geraakt.
Via de bestaande terminal in Zeebrugge en toekomstige terminals in Gent en Antwerpen kan CO2 die bedrijven afvangen, worden afgevoerd en veilig worden opgeslagen, bijvoorbeeld in lege gasvelden onder de Noordzee. Die terminals zullen op die manier een sleutelrol spelen om van België een invoer- en doorvoerland te maken voor moleculen als hydrogen en CO2.