8 spelers uit de chemie- en energiesector onderzoeken haalbaarheid CO2 infrastructuur
De haven van Antwerpen zet opnieuw een belangrijke stap in de transitie naar een duurzame en koolstofarmere haven. Acht toonaangevende spelers uit het havengebied, Air Liquide, BASF, Borealis, INEOS, ExxonMobil, Fluxys, Port of Antwerp en Total hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend als eerste stap in de mogelijke ontwikkeling van een CO2 infrastructuur. Het consortium van bedrijven zal gezamenlijk een studie uitvoeren die de technische en economische haalbaarheid van CO2 infrastructuur ter ondersteuning van Carbon Capture, Utilization & Storage (CCUS) onderzoekt. CCUS toepassingen kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot de klimaatdoelstellingen.
Meer impact door samenwerking
De klimaatverandering, en de rol van CO2 emissies daarin, vraagt om meer innovatieve oplossingen. Door de aanwezigheid van de grootste Europese geïntegreerde energie- en chemiecluster is de haven van Antwerpen dé locatie om nieuwe bedrijfsoverschrijdende samenwerkingen te creëren en innovatieve CO2-reductie in de steigers te zetten. Daarom bundelen acht toonaangevende spelers uit het havengebied hun krachten. Air Liquide, BASF, Borealis, INEOS, ExxonMobil, Fluxys, Port of Antwerp en Total hebben een samenwerkingsakkoord getekend met als doel de haalbaarheid van een CO2 infrastructuur voor CCUS (Carbon Capture Utilisation & Storage) toepassingen in de haven van Antwerpen te onderzoeken. De CO2 infrastructuur zou van het open access type zijn en dus gebruikt kunnen worden door de gehele industriële havengemeenschap.
Het afvangen en opslaan van CO2 (Carbon Capture & Storage, CCS) en het inzetten van CO2 als grondstof voor verschillende toepassingen (Carbon Capture & Utilisation, CCU), worden gezien als belangrijke sporen in de transitie naar een koolstofarmere haven. De projectpartners geloven dat beide toepassingen op langere termijn een significante impact kunnen hebben en een nuttige bijdrage kunnen leveren aan de Vlaamse, Belgische en Europese klimaat- en energiedoelstellingen. Indien technisch en economisch haalbaar, zou de ontwikkeling van deze infrastructuur reeds kunnen leiden tot een vermindering van de CO2 uitstoot in de aanloop naar 2030.
Haalbaarheidsstudie en financiering
In de eerste fase zullen de partners gedetailleerde studies uitvoeren naar de technische en economische haalbaarheid van CO2 infrastructuur ter ondersteuning van CCUS. Naar verwachting zal die analyse ongeveer een jaar in beslag nemen. Daarnaast is brede financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen, de federale overheid en Europa onontbeerlijk voor een verdere succesvolle realisatie van het project. Een belangrijk onderdeel is daarom het voorbereiden van subsidiedossiers.
Internationale samenwerking
De haalbaarheidsstudie zal onder meer de CO2-opslagmogelijkheden onderzoeken. België beschikt alvast niet over een geschikte ondergrond om CO2 offshore op te slaan. Daarom zullen internationale samenwerkingen noodzakelijk zijn. Ter ondersteuning van deze internationale samenwerking, stapte Port of Antwerp en een aantal partners eerder dit jaar in 2 aanvragen van projecten om erkend te worden door de Europese Commissie als Projecten van Gemeenschappelijk Belang. Beide projecten bieden de mogelijkheid om de ontwikkeling van grensoverschrijdende CO2 transportinfrastructuur te onderzoeken, richting respectievelijk Rotterdam (CO2TransPorts project) en Noorwegen (Northern Lights project). Uitsluitsel over deze aanvragen wordt tegen het einde van dit jaar verwacht. In het kader van de haalbaarheidsstudie zal rekening worden gehouden met het resultaat van deze aanvragen alsook contacten worden gezocht met andere CO2-opslaginitiatieven zodat robuuste concepten kunnen worden uitgewerkt voor de CO2-intensieve bedrijven in de regio.
Jacques Vandermeiren, CEO Port of Antwerp: “Naast de inzet van duurzame energiebronnen en het verhogen van de energie-efficiëntie van productiebedrijven, kan CCUS een belangrijke bijdrage leveren in de transitie naar een duurzame, koolstofarmere en circulaire haven. Vanuit onze rol als community builder willen we hier op een concrete manier aan bijdragen. Als deze gemeenschappelijke infrastructuur gerealiseerd kan worden, dan zal dat de hele industriële havengemeenschap ten goede komen.”